Molen van Lombok

Maastricht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voorste molen (met waterrad) en achterste molen (met asgat) van Lombok

 

 

 

Naam

Molen van Lombok

Voorste molen

Plaats

Oud-Vroenhoven, Maastricht

Type

middenslagmolen

Beek

Jeker

Bouwjaar

ca 1500 / 1937

Molendb

gegevens

Eigenaar

particulier

Foto’s

augustus 2009

 

Een woud aan watermolens

 

De rivier de Jeker was in de 17e eeuw over een afstand van maar twee kilometer buiten de zuidelijke vestingsmuren van Maastricht, bezaaid met watermolens. Van Bussel in zijn werk ‘De Molens van Limburg’ (1991) meldt dat op dat korte traject twintig waterradmolens stonden. De Jeker vormde vroeger de grens tussen de gemeente Oud-Vroenhoven (aan de westkant) en de gemeente Sint Pieter (aan de oostkant), beide gemeenten zijn in 1920 door Maastricht geannexeerd. Op de grensrivier lagen de waterradmolens van beide gemeenten tegenover elkaar.

 

Op de plek die later Lombok zou gaan heten, lagen in de 19e eeuw drie watermolens bijeen. Op de linker (westelijke) oever in Oud-Vroenhoven lagen de voorste en achterste molen van Lombok met ieder één waterrad, op de rechteroever in Sint Pieter lag de molen van Dollaert met twee raderen. Alleen het rad van de voorste molen van Lombok is nog aanwezig. De molens dateren vermoedelijk van rond 1500.

 

Roerige eeuw

 

In de eerste decennia van de 19e eeuw volgden verschillende eigenaren van de voorste molen elkaar op door vererving of verkoop en vanaf 1834 wisselde de graanmolen ook een aantal maal van functie.

 

In 1834 kocht Gilles Loneux de voorste watermolen, de nieuwe eigenaar was al in het bezit van een aantal andere graanmolens in Maastricht. In 1840 vroeg hij toestemming de molen op proef in te richten voor het malen van verfhout. Er volgde geen reactie en een jaar later vroeg hij daarbij de molen te mogen inrichten als volmolen. Die toestemming kwam, maar al een jaar later wilde hij er een houtzagerij beginnen. Weer een jaar later vestigde een nieuwe pachter daarnaast een wolspinnerij in de molen. Zowel de houtzagerij als de spinnerij waren in bedrijf tot 1850.

 

 

 

                                 

 

 

De achterste molen

 

De geschiedenis van de voorste molen is gedeeltelijk verweven met de geschiedenis van de achterste molen. Loneux kocht in 1849 ook de aangrenzende achterste molen, op dat moment een graan- en oliemolen, maar verkocht hem al weer een jaar later aan Petrus Stevens. Deze vestigde er een wapenfabriek, het werd dertig jaar lang een werkplaats voor het trekken en draaien van geweerlopen. De houtzagerij en de spinnerij in de voorste molen werden opgeheven om plaats te maken voor de maalderij en olieslagerij die uit de achterste molen vrij kwamen.

 

In 1872 kwam de voorste molen in de verkoop en vier gebroeders Stevens (zonen van) namen de molen over. Petrus was in 1863 overleden en de broers waren door vererving ook al eigenaar van de achterste molen. Maar een jaar nadat de achterste molen in 1880 verkocht was aan een geweerfabrikant in Maastricht, werd ook de voorste molen weer van de hand gedaan, de gebroeders trokken naar Amsterdam.

 

 

 

                             

 

 

De naam

 

Petrus Stevens slaagde erin opdrachten van de ministeries van Oorlog, Marine en Koloniën binnen te halen. Deze opdrachten brachten zijn wapenfabriek in de jaren vijftig tot bloei. In de geweerfabriek van de achterste molen werd in de zeventiger jaren het Beaumont-geweer geproduceerd, een achterlader met klein kaliber en in die tijd beschouwd als een van de beste geweren. Maar nadat het leger was voorzien droogde de afzetmarkt op en in 1880 stopte de firma Stevens. Tien jaar later was het geweer inmiddels een verouderd wapen, het heeft vooral een rol gespeeld in de Atjeh-oorlog die met intervallen woedde tussen 1873 en 1914.

 

In 1894 was er strijd om Lombok, het Nederlandse leger deed een poging tot verovering (‘pacificatie’) en leed een pijnlijke nederlaag na een verrassingsaanval. Maar ‘het verraad van Lombok’ werd wreed gewroken, en de overwinnaars waren helden in Nederland. De plek waar decennia lang wapens waren gemaakt voor het Ministerie van Koloniën kreeg de (bij)naam Lombok en de molens de naam voorste en achterste molen van Lombok. Nadat de achterste molen ophield molen te zijn, werd de voorste molen ‘de molen van Lombok’.

 

 

 

                                

 

IJzer

 

In 1881 werd Gilles Gilessen de nieuwe eigenaar van de voorste molen en de graan- en oliemolen bleef in de familie tot 1937. Zijn dochter verkocht dat jaar de goederen aan Huub de Macker en hij zette een renovatie in gang. Het houten waterrad maakte plaats voor een ijzeren rad en ook het houten binnenwerk werd vervangen door een ijzeren maalstoel en ijzeren gangwerk. De oliemolen kwam niet terug. Tien jaar later verkocht Huub de molen aan broer Jan en hij was de laatste molenaar. Rond 1960 viel de molen stil bij gebrek aan afnemers.

 

 

 

                                      

 

Lossluizen

 

In 2008 en 2009 is het restaureren van de lossluizen een agendapunt van het waterschap. Een passage uit de begroting Overmaas 2008:

 

 “De lossluizen van de Molen Lombok in de Jeker te Maastricht bevinden zich in een zeer slechte onderhoudstoestand. De thans aanwezige 4 deuren raken zeer regelmatig verstopt, waardoor ingrijpen in de waterafvoer noodzakelijk is. Eind 2004 zijn de lossluizen voor een symbolisch bedrag en in de huidige (slechte) onderhoudstoestand door het waterschap van de moleneigenaar overgenomen. Daarmee is het waterschap beheerder van het kunstwerk in de Jeker ter plaatse van Molen Lombok geworden. Bijkomend voordeel hiervan is dat de bediening van de schuif in de bypass, annex vispassage, ter hoogte van Lombok volledig bij het waterschap hoort. Het waterschap moet de sluizen aanpassen c.q. restaureren.”

 

De Waterschapskrant van 2009 somt op wat de plannen zijn voor dat jaar om aan te geven waar de geďnde waterschapsheffingen zoal aan besteed worden. Op de agenda staat: Herstel lossluizen molen Lombok.

 

 

 

                                      

 

                                          de vispassage

 

 

 

                  

 

 

 

 

 

                                               

 

 

 

 

                         

 

                                   links: de Molen van Lombok

 

 

 


 

Molen van Dollaert

 

De watermolen van Dollaert is vernoemd naar Berkel Dollaerts, eigenaar van de molen in 1619. De molen had twee waterraderen, het voorste voor de graanmolen, de achterste voor de oliemolen. Petrus Stevens werd in 1852 ook eigenaar van deze molen, inclusief huis, tuin en bouwland. Nadat zijn zonen in 1880 de achterste molen en in 1881 de voorste molen van Lombok hadden verkocht, maakten ze in 1883 ook deze molen te gelde. Petrus Ragout die in 1894 eigenaar werd, liet de molen dat jaar buiten gebruik stellen en ombouwen tot woning.

 

 

 

                              

 

 

 

 


 

Ansichtkaarten

 

 

 

                      

 

                          1979

 

 

 

                                    

 

                                 gestempeld 1968

 

 

 


 

 

Homepagina Watermolens

 

site Leumolen