Mallumse molen

Eibergen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

             

 

 

 

 

Naam

Mallumse molen

Plaats

Eibergen

Type

onderslagmolen

Beek

Berkel

Bouwjaar

voor 1424 / 1748

Status

maalvaardig

Functie

korenmolen, pelmolen

Molendb

gegevens

Foto’s

september 2008

 

 

 

                                        

 

 

Mallum

 

In 1424 is voor het eerst sprake van de watermolen als de hof te Mallum (bekend sinds 1188) met watermolen wordt verkocht aan de heer van Borculo. Hij brengt de hof en molen samen in één complex, van 1449 tot 1795 is de hof met molen een leengoed van de heer van Borculo. Het huis, de hof of havezathe te Mallem werd in de loop der eeuwen door wisselende families bewoond, de geslachten Schonevelde geheten van Grasdorp, Viermundt en Van Keppel hadden er hun domicilie. In 1895 kocht het Waterschap van Berkel de molen.

 

Rond 1750 is de havezathe gesloopt. Om toch onder comfortabele omstandigheden te Mallum te kunnen verblijven, is door de toenmalige heer van Mallum tegen het bestaande muldershuis bij de molen een dwarshuis gebouwd. Hij had daar zijn eigen 'herenkamer', de opkamer. De molen was een dwang- of banmolen, de boeren uit de omgeving waren verplicht hun graan op deze molen te laten malen.

 

 

 

                    

 

 

                    

 

                     aswiel en bonkelaar van de watermolen, spoorwiel en steenrondsel van de korenmolen

 

 

Dubbelmolen

 

De watermolen bestond vroeger uit een olie- en eekmolen op de linker oever (stroomafwaarts gezien), en een korenmolen op de rechter. Met de eekmolen werd eikenschors vermalen tot eek of run voor de leerlooierij. In 1665 had de molen meer functies, het geheel werd toen beschreven als een “koorn Moell, Olijmole, Walckmoele (= volmolen), Loomoele en Papiermoele”. De papiermolen was rond 1656 gesticht en heeft ongeveer twintig jaar bestaan.

 

De korenmolen brandde af in 1746, maar werd twee jaar later weer herbouwd, de oliemolen brandde in 1755 af en werd ook herbouwd.

 

In het midden van de negentiende eeuw werd geschreven: “De Mallemse molen bestaat uit drie raderen,waarvan er twee tot een graanmolen behoren. De schoepen hebben een doorsnede van 5 meter. Het derde rad drijft een eek - en oliemolen aan en heeft een doorsnee van 5.60 meter. De hoogte van de schutten was niet erg hoog, maar men kan door middel van verhogingstukken dit verbeteren. Dit is ook nuttig voor de scheepvaart, want de Berkel is hier door zijn geringe diepte moeilijk te bevaren.”

 

 

 

                 

 

                 de pelmolen is in de vloer verzonken

 

 

Pelmolen

 

De resterende korenmolen heeft nog één waterrad en is de enige watermolen in Nederland met een pelmolen. De zandstenen molensteen of pelsteen van de pelmolen is in de vloer verzonken opdat als de steen door de grote snelheid die ontwikkeld wordt, uit elkaar zou vliegen, de molenaar en anderen niet geraakt zullen worden.

 

Bij een pelmolen wordt gerst door de snel draaiende steen naar buiten gedreven tegen een rasp (pelblik) die het velletje van de korrel schuurt. Op een zeef wordt daarna kaf en koren gescheiden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

links: de pelmolen van de Pelmolen Ter Horst in Rijssen, de afdekkende bekisting is opengeschoven en een deel van de pelsteen en een stukje van de rasp zijn zichtbaar

 

 

 

                               

 

                                 de zeef onder de pelmolen

 

 

Restauratie

 

De olie- en eekmolen zakte in 1917 de molenkolk in en werd in 1918 gesloopt. De korenmolen bleef in bedrijf tot 1943 en kwam vijf jaar later in het bezit van de Stichting de Mallumse Molen die dat jaar was opgericht. Bij akte van 20 november 1948 verwierf de stichting de watermolen voor een bedrag van één gulden van het Waterschap van de Berkel.

 

Het jaar daarop volgde al restauratie maar niet lang daarna gleed ook deze molen voor een deel in de molenkolk. Herstel volgde. De stichting is in 1977 opgegaan in de Stichting Eibergse Molens, de instelling die behalve de Mallumse Molen en het Muldershuis ook de Rekkense Piepermolen onder haar hoede heeft. In 1978 werd de molen opnieuw opgeknapt en is nu wekelijks een dag in bedrijf, er wordt koren gemalen en sinds 1982 gerst gepeld.

 

Naast de molen ligt een schutsluis ten behoeve van de Berkelscheepvaart.

 

 

 

            

 

 

                            

 

 

O balkenhart, dat in de bossen klopt

 

De dichter Gerrit Achterberg (1905-1962) woonde vanaf 1943 in Eibergen bij een pleeggezin na jaren van opname in psychiatrische instellingen. Hij is er niet echt gelukkig, zijn klachten: “ik ben nooit alleen in deze kamer” , “ik ben werkelijk geen minuut van de dag alleen” en “dit is zoo’n isolement”.  In 1944 schrijft hij: “t is bijna onmogelijk om hier zelfs maar te lezen. Ik wandel veel in diepe, maagdelijke bosschen. Iedere middag een paar uur. Dat is zoo prachtig”. Hij maakte er de gedichten Watermolen en Waterval.

 

 

Watermolen

 

Uit de middeleeuwen van Arij Prins

is deze molen overgebleven.

Hout, water en leven

hielden dezelfde, eensgezinde kracht.

Samen verheffen zij zich boven hun macht

en dalen in elkanders zegevieren af.

Rustpunten, op en af,

voltooien de inwendige beweging,

O balkenhart, dat in de bossen klopt.

Waterval

 

De waterval bruist.

Gebogen glazen platen,

die heel de nacht niveau verlaten,

vallen tot morgenvroeg in gruis.

 

Matglazen avonddorp.

Mijn fiets glijdt door een stolp.

De mist is van albast.

De maan een gouden worp.

 

 

 

            

 

 

 

 

de sluis voor de Berkelscheepvaart

 

 

 

                        

 

 

 


 

Ansichtkaarten

 

                        

 

                             

 

                               1998

 

 

               

 

                   1989

 

 

                                                            

 

                                                                 1986: de molen in kruissteek

 

 

 

                                                 en in delftsblauw

 

 

 

 

              

 

                       1966

 

 

                                     

 

                                         1953

 

 

                      

 

                         1952, de badhokjes die er tien jaar eerder stonden, zijn afgebroken

 

 

 

                     

 

                        1942, de molenkolk wordt gebruikt als zwembad, badhokjes staan langs de oever

 

 

 

 

                     

 

                         1927

 

 

 

                                                   

 

Het weekblad ‘de Prins’ in 1924: “De Mallumsche molen te Eibergen (Geld.). Wéér een die verdwijnt; ditmaal een watermolen. Het Gecombineerde College van het Waterschap “De Berkel” heeft besloten tot verkoop van den bekenden molen. Het is jammer dat dit idyllische plekje zal moeten verdwijnen; de typische oude huizen aan beide zijden van den waterval dragen er ook toe bij, dit punt van Eibergen aantrekkelijk te maken. Zouden deze ook in sloopershanden komen ?”

 

Het molenhuis van de oliemolen (rechts op de foto) zou in 1918 gesloopt zijn nadat het een jaar eerder in de molenkolk gezakt is, zes tot zeven jaar later publiceert het tijdschrift dus een oude, niet meer actuele foto.

 

 

 

 

de dubbelmolen, voor 1917

 

 

 

             

 

                voor 1917

 

 

 


 

 

Homepagina Watermolens

 

site Leumolen